Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [17]Debora, de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-el; onder dien eik, welks naam hij noemde [18]Allon-bachuth. 17. Die met Rebekka uit Mesopotamie gezonden was, naar het land Kanaan. Zie boven, hfdst.24 vs.59. 18. Dat is, elk des wenens, omdat zij Debora daar beklaagd en beweend hebben.